De dode vallei,

In de vroege ochtend klimt de motor uit het dal van Las Vegas als achter me de zon over de horizon verschijnd. Ondanks het vroege uur en een bergpas van 1600 meter is het al 35 graden.
Ik reken even snel uit dat dat ongeveer 10 graden meer word als ik op de bodem van Death Valley ben. (ongeveer 6,5 graden voor elke 1000 meter). Voor me ligt een bizar landschap van scherpe en gekleurde bergen en rotsformaties, zoutmeren, vetplanten, cactussen en niet te vergeten de inmense hitte. Ondanks het extreme klimaat wat overigens in de winter veel milder is groeien hier meer dan 900 soorten planten en rennen en vliegen er allerlei dieren rond. Ik ben overigens niet van plan om ze stuk voor stuk op knieën te bekijken want met een rekord luchttemperatuur van 56 graden en niet meer dan 5 cm water per jaar(50 liter per vierkante meter in Nederland is dat ongeveer 750) zit dat mij wel gebakken. Er zijn wel eens bodem temperaturen van 90 graden gemeten dus de banden zullen ook wel niet echt blij zijn. De motor is vol gegooid in Las Vegas en bijna 900 kilometer zit er opgeborgen in de grote polycarbonaat Acerbis tanks.
Ondanks de warmte zingt de motor vrolijk z'n liedje en ik zing met 'm mee. Op de een of andere manier past je lijf zich aan en als je jezelf niet te druk maakt en maar genoeg van het bijzondere goedje water naar binnen gooit, is er niets aan de hand.
Rond het middag uur kom ik op het laagste punt, 282 feet (86 meter) beneden de zeespiegel, aan. De temperatuurmeter zegt 48 graden dus dat valt nog best mee en ik eet een broodje met banaan en drink van de grote watertank die zo langzamerhand borrelend achter op de motor zit gebonden en je moet er aan nippen alsof 't hete koffie is.
Een uur verderop staat er in "the middle off the fucking nowhere" een ressort met een heuse kroeg. Ik stop om te kijken. Het biertje kost er een tientje, voor dat geld niet eens topless bediening, maar hij smaakt beter dan alle biertjes die ik me herinneren kan. Van vele kan ik dat overigens niet maar dat is een ander verhaal.
Het kost me moeite om de kroeg met airconditioning te verlaten en me weer op de motor te hijsen. M'n kont doet zeer en mn lippen scheuren bij elke gaap of lach.. Gelukkig valt er niet echt veel te lachen of het moet om je eigen moppen zijn.
Op een kruising kan ik kiezen voor de korte weg door het oververhitte dal of de omweg door de bergen.. Wetende dat bergen altijd koeler en interessanter zijn is de keuze niet moeilijk. De weg klimt naar 2000 meter en het is gelijk een stuk aangenamer met vele bochten en prachtige uitzichten over dit goddeloze landschap.
Vroeg in de avond na 700 kilometer probeer ik 'n kampeerplaats te vinden maar zie niets geschikts. Door een overval in een nationaal park, in Thailand 4 jaar geleden, voel ik me lang niet overal op m'n gemak en ga door richting de kust.
Ineens rijd ik door de Californische druivenvelden. (hé!!!) Ik stop de motor en klim door het prikkeldraad om te kijken. Precies op tijd. Even later rijd ik met twee enorme trossen rode druiven onder m'n spijkerjas en met één hand sturend zit ik mooi te bikken. Het doet me denken aan vroeger toen we peren jatten en achterna werden gezeten door de pinguïns in de kloostertuin.
Er is een prachtige zonsondergang terwijl ik pieker over een slaapplaats.
In een pikdonkere nacht met een bochtige smalle bergweg en de vele vrachtwagens met fruit opweg naar LA op 't spatbord word 't kouder en kouder en nog mistig ook. De temperatuurmeter wijst 10 graden aan en ik zit te bibberen in de spijkerjas maar zie nergens een stopplaats.
Pas 's avonds om 12 uur en na bijna 1000 kilometer vind ik een camping en stort mezelf verkleumd in de tent en een droomloze slaap.